Op de DNB-pensioenmiddag die onlangs plaatsvond, presenteerde Aert Houben,
afdelingshoofd Toezicht Strategie bij De Nederlandsche Bank (DNB), een
plaatje van twee bootjes. Deze bootjes, of een ander logo – het gaat nog om
en concept – moeten straks duidelijk maken of een pensioenfonds wel
voldoende indexeert. Het ene bootje geeft de verwachting onder normale
omstandigheden aan. De andere verwachtingen bij zwaar weer. Een bootje dat
vaart op een rivier met een hoog waterpeil, betekent dat je pensioen sneller
groeit dan de prijzen (of de lonen). Een bootje dat nagenoeg op de bodem
ligt, geeft aan de het pensioenfonds niet indexeert.
Dit zogenoemde indexatielabel is een voortvloeisel van de Pensioenwet
die sinds dit jaar van kracht is. De Nederlandse Bank ontwikkelt het nu in
opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het doel
is mensen op een eenvoudige manier te laten zien welke pensioenregeling
beter indexeert. Dat is een nobel streven.
Indexeren, gebeurt als het goed is, op verschillende momenten. Niet alleen als
je je pensioen al krijgt, maar ook tijdens de opbouwperiode. Vooral dit
laatste is de afgelopen tijd steeds belangrijker geworden. Steeds meer
mensen bouwen tegenwoordig namelijk pensioen op op basis van het gemiddelde
salaris dat ze in hun carrière hebben verdiend.
In een eindloonregeling bouw je een pensioen op op basis van je
laatstverdiende salaris. In een middelloonregeling wordt een gemiddelde
genomen van wat je steeds verdient hebt. Uiteraard wil je dan dat al die
stukken salaris steeds geïndexeerd zijn. Als dat niet of niet volledig
gebeurt, gaat dit ten koste van het pensioen dat je uiteindelijk krijgt.
Het indicatielabel is handig als je van baan verandert. Dan moet je namelijk
beslissen of je je pensioen mee verhuist. Of dit aantrekkelijk is, hangt bij
een middelloonregeling voor een belangrijk deel af van de mate waarin het
pensioenfonds van plan is te indexeren.
Maar wat heb je eraan te weten hoe het gesteld is met de indexatie van
je pensioen als je niet van baan verandert? Tot noch toe vrij weinig. De
meeste werknemers in Nederland zijn verplicht aangesloten bij het
pensioenfonds van de werkgever of de bedrijfstak. Als blijkt dat je
pensioenfonds niet indexeert, kun je een hoop stampei maken, maar weg kun je
niet.
Als je gegarandeerd een pensioen krijgt, ter hoogte van je laatst verdiende
salaris, en het pensioenfonds dus het risico draagt van tegenvallende
beleggingen, lijkt het nog niet zo erg verplicht aangesloten te zijn bij een
pensioenfonds. Toch is het zo dat het bestuur bepaalt hoe hoog de premies
zijn. In een collectieve regeling kan dit voor jou niet gunstig uitpakken.
In een situatie waarin je een middelloonregeling hebt bij een fonds dat
niet altijd indexeert en daardoor meer risico bij de werknemer legt, gaat de
verplichtstelling echter nog meer knagen.
Bekend is dat mensen niet altijd de goede financiële keuzes maken en vaak maar
liever helemaal niet kiezen. Ook is bekend dat het verstandig is risico’s te
delen. Blijf werknemers dus verplichten zich aan te sluiten bij een
pensioenfonds, maar geef ze wel de mogelijkheid over te stappen naar een
ander fonds. Waarom moet een bakker persé in het pensioenfonds van de
bakkers zitten?
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl